Bloc Party – Four


Wat zijn we in 2005 met zijn allen enthousiast over het debuut Silent Alarm van Bloc Party. Verfrissende Post-Punk die doet denken aan de hoogtijdagen van Gang Of Four. Op opvolger Weekend In The City wordt de onstuimigheid van het debuut iets beteugeld, maar wel volwassen. Vervolgens slaan ze de plank goed mis met Intimacy. Allemaal dankzij de introductie van elektronika die absoluut niet bij hen past. Als zanger Kele Okereke solo The Boxer uitbrengt, lijkt het einde van de band nabij. Na een stilte van vier jaar is er dan toch Four. Een album waarop ze terugkeren naar hun oorsprong, zonder afscheid te nemen van hun kenmerkende experimenteerdrift. Geen invloeden uit de Dance dit keer. Wel Post-Punk en Indie, aangevuld met soms ietwat te zwaarlijvige Rock. Ruw en ongepolijst. Op opener So He Begins To Lie wordt dat meteen duidelijk. Alsof ze de erfenis van Oceansize geïntegreerd hebben in hun muziek. Het bombastische werkt hier uitstekend. In 3×3 dreigen ze bijna uit de bocht te vliegen om vervolgens met single Octopus een niet helemaal geslaagde poging te doen om terug te keren naar hun roots. Daar waar ze dat combineren met vernieuwingsdrang, levert dat de spannendste momenten op. In Kettling bijvoorbeeld. Een compositie waar de gitaren zo uit de Grunge lijken te komen. Day Four klinkt als een terugkeer naar de volwassenheid die zo treffend is voor het tweede album. Leaf Skeleton, V.A.L.I.S. en Team A zijn de hoogtepunten van Four. Coliseum daarentegen is een zeperd van ongekende omvang en in We Are Not Good People gaan ze echt over the top. Daardoor is Four bij vlagen wat wisselvallig. Blijkbaar is dat heterogene karakter van de nummers noodzakelijk geweest om al die andere juweeltjes op te kunnen leveren.

Plaats een reactie