Dream Pop is in. Hoe verklaar je anders de vele releases dit jaar, die met dit etiketje bestempeld worden. Alhoewel voor velen de term vooral symbool staat voor slaapverwekkende toestanden, zijn er de afgelopen maanden al een aantal pareltjes verschenen die het genre met verve in de etalage zetten. The Slideshow Effect van Memoryhouse is een mooi voorbeeld. Ook Bloom van Beach House past in het genre en komt aan de goede kant van de streep uit. Het uit Amerika afkomstige Wild Nothing, weet het niveau van deze platen echter met overtuiging te overtreffen. Liedjes met een kop en een staart. Dromerig, maar met mooie melodieën. Klinkend als herfstachtige regenbuien in een sprankelende najaarszon. Invloeden van Cocteau Twins en The Cure zijn diep verankerd in de klanktapijten. Zonder gedateerd over te komen. Het brein achter wild Nothing is Jack Tatum, die in eerste instantie verrast met een cover van Kate Bush’s Cloudbusting om daarna het debuut Gemini uit te brengen. Met Nocturne lijkt het alsof hij zich de tijd heeft gegund om met een nog beter resultaat te komen. Het geheel is voller, sprankelender en spreekt meer tot de verbeelding. Een grotere gelaagdheid zonder bombastisch te worden. Melodieuze gitaarlijnen en luchtige keyboardklanken illustreren dat Tatum meer aandacht heeft besteed aan de arrangementen en de productie. Extra drumpatronen zorgen voor voortvarendheid en een soms wat donkerder randje. Meer Pop en Indie dan Dream. De droom komt vooral onderhuids naar boven. Door de wijze waarop de composities zijn samengesteld. Het geluid wordt daardoor vooral ruimtelijk. Fascinerend tot in alle details. Lekker in het gehoor liggend, maar toch apart. Uiteindelijk een droom opleverend waaruit je niet wilt ontwaken.