Het is 1981. Tattoo You wordt gereleased. De laatste keer dat ik enthousiast ben over een plaat van The Rolling Stones. Bijna twee decennia later kan Bridges To Babylon me nog wel bekoren. Daarna schudt alleen de re-issue van Some Girls me nog wakker. De aankondiging van Blue & Lonesome zorgt er in eerste instantie niet voor dat mijn hart sneller gaat kloppen. Als ik de achtergrondverhalen lees, word ik al wat enthousiaster. Vanaf het moment dat ik in de platenzaak de eerste tonen van Just Your Fool hoor, ben ik verkocht. Het plezier spat ervan af. Alsof de vier krasse knarren elkaar zojuist voor het eerst hebben ontmoet en ontdekken dat ze een gezamenlijke liefde voor de Blues hebben. Het was de bedoeling om aan nieuw materiaal te werken, maar als Keith Richards Blue & Lonesome inzet, is de toon gezet. Samen Met Mick Jagger, Ron Wood en Charlie Watts ondergaat de band in de studio een opvallende transformatie. Ineens zijn ze weer het bandje dat meer dan een halve eeuw geleden start met het spelen van klassiekers uit de Blues. In drie dagen worden vervolgens twaalf covers van artiesten als Howlin’ Wolf, Willie Dixon en Jimmy Reed opgenomen. Uitgroeiend tot het ultieme eerbetoon aan hun helden. Stuk voor stuk stijgen de heren boven zichzelf uit. Ron Wood en Keith Richards hoorde je lang niet meer zo heerlijk duelleren op gitaar. Jagger is vocaal en op de mondharmonica in bloedvorm. Zelfs Charlie Watts weet het plichtmatige van zijn drumwerk te omzeilen door losjes en swingend te drummen. De vertegenwoordigers van de Rollator Rock weten de klassiekers vakkundig aan de vergetelheid te ontrukken. Met Blue & Lonesome leveren ze een van hun vitaalste en meest indrukwekkende platen sinds jaren op.