Wachtend op de start van het optreden van Whispering Sons in Gebouw-T, klinkt Putain Putain van T.C. Matic. Arno. Die moeten we toch ook weer eens live gaan zien, zeggen we tegen elkaar. Bij thuiskomst horen we het nieuws dat hij is overleden. Het zal er niet meer van komen. Arno loopt als een rode draad door ons muzikale leven. T.C. Matic zien we in 1983 op Pinkpop. Na het uiteenvallen van deze band zullen we hem solo nog tientallen keren live zien. Ook op festivals, waarbij vooral zijn optredens op Rock Werchter grote indruk maken. Een concert van Arno was altijd alsof je in zijn stamcafé was uitgenodigd om een feestje met hem te vieren. In het begin bleef hij altijd een beetje stil en beduusd. Verrast vanwege het feit dat alle gasten tegelijkertijd gearriveerd waren. Vervolgens transformeerde hij richting de perfecte gastheer. Zorgend voor goede muziek. Tegelijkertijd deelde hij met humor de achtergronden van zijn liedjes. Melancholische chansons, inhakers van de bovenste plank en snoeiharde, tot op het bot uitgeklede Rock. Dat waren de handelsmerken van Arno, waarbij hij er niet voor wegliep om de arrangementen van zijn nummers rigoreus aan te passen. Meet The Freaks werd in de loop der jaren steeds rauwer. Watch Out Boy kreeg een Oosters tintje, dankzij de vocalen van Sabrine El Koulali. Les Yeux De Ma Mère werd in de uitgeklede versie, slechts begeleid op piano door Serge Feys, een klassieker. Tot het einde stond Arno op het podium. Alleen het allerlaatste concert in Ancienne Belgique werd gecancelled. Het karakteriseert hem. Hij schijnt in maart nog aan een nieuw album te hebben gewerkt. Dat zal posthuum worden uitgebracht. Hodverdomme, om Arno te citeren, wat zullen we je muziek gaan missen.