Kapotte Oortjes


Terwijl ik mijn kapotte koptelefoontje uit mijn oor peuter, denk ik terug aan mijn reis naar Turijn. Alweer twaalf jaar geleden. De eerste dagen houden slechts mijn sigaretten en mijn Sony Walkman me gezelschap. Waar we nu allemaal met een MP3-speler rondlopen, is het in die tijd nog geen gemeengoed om zo’n apparaat te hebben. Als je flink wat muziek mee wilt nemen, word je al snel geconfronteerd met een hele stapel cassettebandjes die je mee moet sjouwen om nog wat variatie aan te brengen in je auditieve ontdekkingsreis. Op die zondagmiddag in september geniet ik zowel van het heerlijke nazomerweer als van de klanken van Placebo’s Without You I’m Nothing. Ineens valt me een Italiaans meisje op. Ze zoekt overduidelijk naar een bepaald liedje op haar tape, omdat ze continu de fast forward knop ingedrukt houdt. Ik ga zitten op een vervallen muurtje om haar gade te slaan en zie dat zij, nog geen twintig meter van me verwijderd, op een bankje gaat zitten. Ik constateer dat wij de enigen in het park zijn met een Walkman. Beiden bewonderen we het schouwspel om ons heen. Stelletjes en gezinnen die genieten van het groen. Middenin de stad. Wij zijn alleen. Zij hebben elkaar. Wij genieten echter zichtbaar van de muziek die ons gezelschap houdt. Al gauw is er het wederzijds besef dat we elkaar opgemerkt hebben. Regelmatig voel ik haar ogen op me gericht. Zij die van mij. Uiteindelijk kruisen onze blikken. Even glimlachen we naar elkaar, maar we nemen niet het initiatief om een gesprek aan te knopen. Daarvoor zitten we net te ver van elkaar af. Als ik een kwartier later het park verlaat, knik ik even naar haar. Glimlachend knikt ze terug. Muzikale soulmates. Voor slechts een paar minuten.

Plaats een reactie