David Bowie – Fame


Het is het najaar van 1975. Volgens de archieven van de Top 40 moet het de week van 8 november zijn geweest. Terwijl mijn moeder de macaroni op tafel zet, herken ik het intro van een plaat die ik al een paar keer eerder voorbij heb horen komen. Ik vraag of de radio iets harder mag. Normaal gesproken is dat uit den boze tijdens het eten. Na de uitleg dat ik het nummer wil luisteren om te weten te komen wie het is, stemt mijn moeder toe. Ik ben vooral onder de indruk van het gitaarloopje, dat voor een groot gedeelte de sfeer van de compositie bepaalt. Later leer ik dat dit de bijdrage van John Lennon is. Ook het gebruik van echo en speciale effecten fascineert me. Uiteindelijk blijkt het om Fame van David Bowie te gaan. Ik realiseer me dat het hiermee allemaal begonnen is. De latent aanwezige interesse voor muziek is vanaf dat moment definitief geactiveerd. Voortaan luister ik iedere week naar De Nationale Hitparade. Gepresenteerd door Felix Meurders. Het leuke van zijn manier van aankondigen is, dat hij niet door de nummers heen praat. In tegenstelling tot de collega’s die de Top 40 van commentaar voorzien. Dankzij Felix Meurders lukt het me om een eigen verzameling van hits op cassettebandjes vast te leggen. Niet lang daarna ga ik zelf singletjes kopen en alhoewel ik ook de typische muziek aanschaf die nu eenmaal bij de belevingswereld van een 11-jarige hoort, ga ik me verder verdiepen in David Bowie. Ook worden in die periode Yes, Queen, Manfred Mann’s Earth Band, Rush en vele anderen ontdekt. Iedere keer als ik Fame hoor, denk ik terug aan die donkere avond in november. Is Fame nu nog steeds zo goed, of betreft het een soort van nostalgie? Ik ben er zelf nog steeds van overtuigd dat het een briljante compositie is. Het zal wellicht een combinatie van beide zijn.

Plaats een reactie