Jónsi – Go


Jón Þór Birgisson, oftewel Jónsi, is vooral bekend als de zanger van de IJslandse band Sigur Rós. Sferische Post-Rock. Langgerekte nummers. Melancholiek, maar altijd magistraal. Vonlenksa als taal. Dat zijn toch wel de begrippen die het oudere werk van deze band kenmerken. Met hun laatste album Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust wordt een iets optimistischere toon neergezet, met hier en daar wat kortere nummers. Het eerste solo-album van Jónsi borduurt daar op voort. Vorig jaar maakte hij al een uitstapje met zijn vriend Alex Sommers en verraste hij ons met het dromerige Riceboy Sleeps. Met Go lijkt het wel of hij een loflied op het leven zingt. De uitbundigheid is soms opzienbarend als je zijn muzikale voorgeschiedenis kent. Waar zijn stem bij Sigur Rós eigenlijk vooral als instrument wordt gebruikt, zingt hij nu refreinen en melodieën die zelfs in je hoofd blijven hangen. In het Engels. Met een Björkiaans accent. Nooit storend. Als je goed je best doet, kun je zelfs net doen alsof hij in een niet verstaanbare taal zingt. Mocht je dat willen. De uitgelatenheid op Go bevat een pracht en een praal die zijn weerga niet kent. Het doet denken aan lentefrisse velden vol met klaprozen, vrolijk huppelende mensen en zomerse luchten. Jónsi zet diverse instrumenten in om dit opgetogen gevoel te benadrukken, waardoor je bij iedere luisterbeurt nieuwe dingen ontdekt. Bombastisch, maar dan op een heel andere manier. In de nummers waar hij wat gas terugneemt, komt hij wat dichter bij het werk van Sigur Rós. Alleen bij Hengilás lijkt het alsof je naar ouder werk van deze band zit te luisteren. Op de rest van de plaat hoor je duidelijk hoe Jónsi zijn eigen draai en zijn eigen interpretatie heeft gegeven aan de muziek. Een betoverende plaat.

Plaats een reactie