
Alhoewel James LaBrie al ruim 20 jaar actief is als zanger van Dream Theater, brengt hij regelmatig eigen werk uit. In eerste instantie als Mullmuzzler. Impermanent Resonance is alweer de derde plaat onder zijn eigen naam. Een van de stabiele factoren bij deze uitstapjes is Matt Guillory. Hij is niet alleen verantwoordelijk voor de keyboards, maar heeft ook een flinke vinger in de pap als het gaat om het schrijven van het materiaal. Solo kiest LaBrie ervoor om juist niet de brug te slaan tussen Progressive Rock en Metal. Hij richt zich vooral op het verkennen van het laatstgenoemde genre. Met Agony wordt er dan ook ongemeen fel geopend. Hier en daar aangevuld met grunts van drummer Peter Wildoer. Ze benadrukken het agressieve karakter van de muziek. LaBrie zorgt er echter continu voor dat de composities melodieus blijven. Met opvallend veel aandacht voor herkenbare refreinen. Zonder te vervallen in cliche’s klinkt Impermanent Resonance daardoor meer als mainstream Metal. Ook al bevat Undertow elektronika en vocale uithalen, die bijna doen denken aan Die Krupps. Dankzij de stem van LaBrie wordt er voortdurend melodie aan het geheel toegevoegd. Hij houdt de composities compact en relatief eenvoudig. De vele tempowisselingen uit de Progressive Metal ontbreken. Daarmee heeft zijn muziek wat weg van Threshold ten tijde van Hypothetical. Back On The Ground zou niet misstaan in de charts. Hetzelfde geldt voor Lost In The Fire en Destined To Burn. Say You’re Still Mine neigt meer naar een ballad, die later toch weer lekker uit de bocht vliegt dankzij de toevoeging van harde gitaren. James LaBrie levert met Impermanent Resonance een album op dat voor liefhebbers van het wat stevigere werk een must is om te beluisteren.