
In 1981 komt het tweede album van The Comsat Angels uit. Atmosferische keyboards, venijnige gitaren, intrigerende teksten, dreunende bassen en duistere drumpatronen typeren de plaat. Voor sommige nummers zijn de drums, met een hoofdrol voor de toms, opgenomen op de vierde verdieping van de studio. Vlakbij de liftschacht, om ze hun bombastische sound te geven. Sleep No More is qua stemming dan ook relatief donker. Het zingen van Stephen Fellows zou niet misstaan op een willekeurige plaat van Bauhaus uit die tijd. De rode draad op Sleep No More is de consistent beklemmende sound die de band weet vast te leggen, zonder af te drijven naar een te hoog gehalte aan zwartgalligheid. Hierdoor is er zowel ruimte voor de ingetogen schoonheid van Restless als voor het meer sombere werk van Light Years en Dark Parade. Na Waiting For a Miracle, Sleep No More en Fiction neemt Polydor afscheid van de band vanwege tegenvallende verkoopcijfers. Speciaal voor de Nederlandse markt wordt nog verzamelaar Enz. uitgebracht. Omdat ze hier – net als The Sound – een relatief grote aanhang hebben. Opvolgers Land en 7 Day Weekend zijn vooral wisselvallig te noemen. Chasing Shadows laat nog een opleving horen, maar als de band onder druk van de platenmaatschappij de naam aanpast naar Dream Command voor de release van Fire On The Moon, lijkt het doek definitief gevallen. Tot ze in de jaren 90 kortstondig zichzelf weer op de kaart zetten met My Mind’s Eye en The Glamour. Terugkijkend leveren The Comsat Angels met de eerste drie albums hun beste werk op. Met Sleep No More als hoogtepunt. Bands als White Lies en Editors zullen er later dankbaar gebruik van maken tijdens de revival van de Post-Punk.