
Aan de platenspeler mag ik niet komen. Dat is het terrein van mijn vader. Pas als hij vertrekt, mijn moeder achterlatend met de restanten van ooit een gezamenlijke muziekverzameling, mag ik zelf plaatjes draaien. Omdat ik nog geen eigen collectie heb, ga ik op ontdekkingsreis door wat overgebleven is. Het zelf mogen draaien van al die singles en LP’s is spannend genoeg om me uren te vermaken. Ondanks dat, constateer ik al gauw dat er niet veel van mijn gading bij zit. Ik ben op dat moment namelijk helemaal weg van bands als Status Quo, Mud en The Rubettes. Een verzamelaar met een felrode hoes trekt toch mijn aandacht. Daarop zie ik een kleine foto van een mooie, mysterieuze vrouw. Ze is gekleed in een witte jurk. Met voorzichtige precisie verplaats ik de naald van het ene naar het andere lied. Totdat ik middenin Pastorale van Liesbeth List en Ramses Shaffy beland. Het nummer boeit me meteen. De spanning en de dynamiek verrassen me. Meerdere muzikale thema’s in één lied. Hoe anders dan hetgeen ik altijd op de radio hoor. Ik begrijp niet veel van de tekst, alhoewel een aantal zinnen me fascineren. Vandaag span ik mijn regenboog. Die is alleen voor jou. De plaat zal ik vervolgens nog vele malen draaien. Pas later ontdek ik meer muziek van Ramses Shaffy, maar een echte fan ben ik nooit geworden. Nummers als Laat Me en Zing, Vecht, Huil, Bid, Lach, Werk En Bewonder weten een speciale plek te veroveren, maar geen enkel lied van hem kan tippen aan Pastorale. Die schijnbare tegenstellingen die toch een geheel vormen. Die eerste, jeugdige confrontatie met andere, tijdloze muziek. Stralend van levensvreugde durfde Ramses Shaffy te leven. Nu is het even stil in Amsterdam.