Geir Jenssen, oftewel Biosphere, is een musicus uit Noorwegen die zich de laatste jaren een eigen plek heeft weten te verwerven in het genre van de Ambient. Vooral vanwege zijn doorlopende pogingen om de schijnbare grenzen van deze muziekstijl te doorbreken. Soms minimalistisch. Veelal abstract. Dan weer gebruikmakend van de mogelijkheden om subtiele ritmes aan de klanktapijten toe te voegen. Na Dropsonde uit 2006 is er nu N-Plants. Een album geïnspireerd door de architectuur van de Japanse kerncentrales, nog voordat de gebeurtenissen bij Fukushima hebben plaatsgevonden. Door de realiteit van nu krijgt de beoogde esthetiek in de muziek ongewild een ethische laag mee. N-Plants is soms bijna uptempo, bevat meer melodie en is daarmee toegankelijker dan de eerdere werken. Nog steeds kenmerken begrippen als desolaat, afstandelijk en arctisch zijn muziek, maar op een heel andere manier. Door de sequencer prominenter aan bod te laten komen, inclusief het integreren van ritmes via drums, is de verstilde Ambient naar een hoger plan getrokken en een melodieus geheel geworden. Genkai-1 illustreert dit het treffendst. Hier trekt Jenssen alles uit de kast om de fragmenten uit zijn muzikale spectrum samen te smeden tot een pulserend amalgaam van synthesizers. Sporadisch zijn samples van Japanse stemmen toegevoegd. In Monju-1 leidt het tot een prachtige synthese. Kennis over de betekenis van de woorden is overbodig. Ongewild geeft het een extra spannende laag mee aan de muziek. Kristalheldere sequences creëren een metaforische afstandelijkheid. Door de fijnmazige melodie wordt deze moeiteloos overbrugd. N-Plants is een van de beste releases in jaren van deze Noorse geluidskunstenaar.