In eerste instantie gaat er bij mij geen belletje rinkelen als ik op de lijst van nieuwe releases Fever Ray zie staan. Het blijkt een solo-album van Karin Dreijer Andersson te zijn. De zangeres van The Knife. Aangezien deze Zweedse band in 2006 op de tweede plaats van mijn Top 10 belandt met het album Silent Shout, besluit ik de plaat zonder te beluisteren mee te nemen. Thuis constateer ik toch wel wat verschil met het geluid van The Knife. De ingrediënten zijn niet veranderd. Nog steeds wordt er gebruik maakt van elektronica. Ook leeft Karin zich weer naar hartelust uit op haar Voice Transformer, waardoor ze de ene keer klinkt als een bariton om vervolgens net zo makkelijk over te schakelen naar het geluid van een roedel jonge meisjes. Fever Ray kiest echter voor een wat spaarzamere en meer subtiele inzet van de digitale middelen. De plaat klinkt hierdoor wat warmer, maar heeft tegelijkertijd ook meer dreiging in zich. Door de bedachtzamere inzet van synthesizers treedt de stem van Karin nadrukkelijk op de voorgrond. Hierdoor moet ik in het begin even wennen aan bijvoorbeeld Concrete Walls, waar ze haar stem wel heel erg vervormd heeft. Haar Björkiaanse Engels is echter vertederend. Om een of andere manier kan ik dat wel hebben van zangeressen, maar accepteer ik dat niet van de heren. Fever Ray haalt net niet het niveau van The Knife, maar tijdens het reizen betrap ik me er iedere keer op dat ik het monotone Keep The Streets Empty For Me meerdere keren achter elkaar beluister. In al zijn eenvoud overklast dit nummer alle overige composities van de familie Andersson, omdat het een sfeer weet op te roepen die ik op bepaalde momenten graag vasthoud.