Peter Heppner zou je kunnen kennen uit de tijd dat hij samen met Markus Reinhardt deel uitmaakt van Wolfsheim, of van de gastbijdragen die hij verzorgt bij bands als Goethes Erben, Schiller en Girls Under Glass. Als Heppner in 2008 de geplande opnames voor een nieuw album met Wolfsheim in de koelkast zet om tijd te besteden aan zijn debuut, betekent dit het einde van de samenwerking met Reinhardt. Waar hij zich op Solo vooral wil onderscheiden van de sound uit het verleden, lijkt Heppner op My Heart Of Stone wat meer een balans te hebben gevonden. Er staan nummers op, die ook op een nieuwe release van Wolfsheim hadden kunnen staan. Net als op Dreaming Apes zorgen stemmige, instrumentale composities voor de afwisseling. Met een piano als basis vormen ze niet alleen een spannend, maar ook een doelmatig bindmiddel. Ze leveren het bewijs dat de lichte zwaarmoedigheid nog steeds niet verdwenen is. In afsluiter Epilogue worden daar de typerende vocalen van Heppner aan toegevoegd. Een imponerend einde markerend. Ook in de wat vrolijker klinkende nummers, zoals Give Us What We Need, zorgt de stem in combinatie met de teksten voor subtiel melancholische momenten. De ballad met Kim Sanders is helaas een storende factor. Ongetwijfeld een volgende single, die het goed zal doen in de hitlijsten, maar van een redelijk tenenkrommend niveau. Heel even zet het een streep door het eerder genoemde evenwicht. De Limited Edition van My Heart Of Stone bevat een extra schijf met daarop een compilatie van werk waaraan hij in de loop der jaren een vocale bijdrage heeft geleverd. Omdat veel van dat materiaal tegenwoordig lastig te verkrijgen is, een perfect cadeau voor de liefhebber en de verzamelaar.