Coldplay debuteert met het prachtige Parachutes. Al snel wordt de band omarmd door een groot publiek. De grote doorbraak volgt met het tweede album A Rush Of Blood To The Head, met de inmiddels tot klassieker uitgegroeide Clocks. Vanaf het begin is duidelijk dat Coldplay de lat hoog legt. Ze willen net zo groot worden als U2. Het lijkt alsof alles daarvoor moet wijken. Ook het creatieve proces. Alhoewel het derde album X & Y best aardige composities bevat, kun je niet anders concluderen dan dat het niveau van de voorganger niet gehaald wordt. In Talk wordt zelfs schaamteloos gekopieerd van Kraftwerk. Het lijkt het begin van creatieve armoede. Coldplay maalt er niet om. Ze worden alleen maar groter. Dat ze steeds vaker hulp van anderen in moeten roepen om de benodigde inspiratie te verkrijgen, wordt pijnlijk duidelijk als Jon Hopkins en Brian Eno worden ingevlogen voor Viva La Vida. Ze krijgen de kans om een flinke stempel op de muziek te drukken. Het leidt tot een positief eindresultaat. Nu is er de nieuwe single Every Teardrop Is A Waterfall. Een niemendalletje dat de karakteristieke sound heeft van Coldplay, maar geïnspireerd lijkt door Peter Allen’s I Go To Rio. Het maakt niet uit. In de credits wordt hij netjes genoemd. De fans zijn blij dat hun idolen weer nieuw materiaal uitbrengen. Een volgend album komt er aan. Voorproefjes ervan zijn online al te beluisteren. Ik ben niet onder de indruk. Ook niet van deze single. Tot nu toe koop ik al hun platen, omdat er altijd wel een pareltje op terug te vinden is. Ben benieuwd of album nummer vijf ook nog aan mijn collectie toegevoegd zal worden. Ondertussen zet ik The Scientist op. Om het schreeuwerige van Every Teardrop Is A Waterfall uit mijn hoofd te krijgen.