O Gliki Mou Ear wordt in Griekenland gezongen op Witte Donderdag. Volgens de overlevering gaat het hier om de klaagzang van Maria op het moment dat ze voor het eerst de dode Jezus ziet. Op Rapsodies uit 1986 legt Vangelis zijn interpretatie van deze hymne vast. De muziek van Vangelis wordt nogal eens verafschuwd. Vanwege zijn Conquest Of Paradise, Chariots Of Fire en de vele ‘muzak’ die hij geproduceerd heeft. Ook doordat zijn wat populairdere muziek tot vervelens toe als behang voor slechte documentaires is gebruikt. Zij vergeten dan echter dat hij in de hoogtijdagen van de sequencer verantwoordelijk is voor het prachtige Spiral. Ook zijn motivatie om steeds te proberen het genre te verbreden, wordt dan gemakshalve terzijde geschoven. Opera’s, soundtracks en zelfs releases op het beruchte label Deutsche Grammophon typeren de experimenteerdrift van deze man uit Griekenland, die ooit met Demis Roussos Aphrodite’s Child oprichtte. El Greco, Soil Festivities, Blade Runner en Mask zijn slechts een aantal albums waarin hij zich onderscheidt van het stempeltje dat hij opgeplakt krijgt. Op Rapsodies werkt hij, na Odes, opnieuw samen met Irene Papas. De thema’s zijn vooral gepositioneerd rondom het traditionele Paasfeest en vinden hun ankers in het orthodoxe geloof in Griekenland. Traditionele melodieën vermengd met aspecten die soms neigen naar klassiek, maar toch ook die typische onderdelen bevatten die de muziek van Vangelis kenmerken. Pakkende bombast en heerlijke melodieën in combinatie met verstilde momenten. Waar Lisa Gerrard en Klaus Schulze op Farscape gezamenlijk toch als aparte eenheden opereren, demonstreert Vangelis hier de perfecte symbiose tussen de vocalen van Irene Papas en zijn wonderlijke klanken.