Op het vorige album Shrine Of New Generation schakelt Riverside een tandje terug, zonder helemaal afscheid te nemen van het bekende recept om Symfo aan Metal te koppelen. Meer melodie en extra subtiliteit doen ook de rest van het album goed en zorgen voor een toename van de spanning en de dynamiek. Dit concept is verder doorgetrokken op Love, Fear & The Time Machine, waarbij ze ervoor hebben gekozen om een brug te slaan naar hun eigen verleden. De sereniteit van het debuut gekoppeld aan vaak wat makkelijker in het gehoor liggende composities. Het draait wat minder om uitgesponnen composities. De melodie staat centraal. Ook het solowerk van zanger Mariusz Duda heeft duidelijk zijn sporen nagelaten. Deze ontwikkeling zal ongetwijfeld fans van het eerste uur wellicht van zich vervreemden. Opener Lost vat het treffend samen. Het lijkt alsof de mooiste elementen van Lunatic Soul en Riverside samengebald terugkomen op deze zesde release van de mannen uit Polen. Mede dankzij de melancholische zangpartijen en het melodieuze gitaarwerk van Piotr Grudzinski blijft het onmiskenbaar klinken als Riverside. Zonder het wiel opnieuw uit te vinden, krijgen de heren het voor elkaar om een nieuwe variant van zichzelf neer te zetten. Towards The Blue Horizon doet nog het meest denken aan het wat oudere werk, maar ook in deze compositie hoor je de nieuwe dynamiek terug. Dankzij de afwisseling tussen akoestische en elektrische gitaren. Door te kiezen voor een andere benadering levert Riverside een iets ander werk op. Afsluiter Found lijkt dat vooral te bevestigen. Nog steeds onmiskenbaar Riverside, maar wel iets waar je even aan moet wennen.