David Bowie zorgt ervoor dat mijn latent aanwezige interesse voor muziek definitief gewekt wordt. Vanaf het moment dat ik Fame hoor, ga ik voor het eerst serieus naar muziek luisteren. Mijn allereerste muzikale herinnering dateert echter uit een eerdere periode en is gekoppeld aan Leonard Cohen. In de jaren zestig weet hij met zijn fijnzinnige composities vele huiskamers binnen te dringen. Ook die van mijn ouders. Op de bandrecorder komen regelmatig de liedjes voorbij die hem in die tijd de eerste faam bezorgen. Een ervan blijft me bij, maar het is pas jaren later dat ik weet te achterhalen om welk nummer het gaat. So Long Marianne. Deze ontdekking zorgt voor de aanschaf van een verzamelaar waarop al zijn vroegste successen staan. Ik kom erachter dat hij nog veel meer moois heeft gemaakt. Bird On The Wire en Hey, That’s No Way To Say Goodbye. Mijn favoriet blijft Famous Blue Raincoat. Tot op de dag van vandaag krijg ik kippenvel als ik ernaar luister. Gedurende de jaren blijf ik hem met interesse volgen. Met composities als Everybody Knows, Dance Me To The End Of Love, Night Comes On en Hallelujah weet hij het hoge niveau van zijn beginjaren te evenaren en te overtreffen. In de kern is ook First We Take Manhattan een mooie compositie. De voor die tijd typerende productie leidt helaas te veel af. Jennifer Warnes zal er met haar uitvoering voor zorgen dat er meer recht wordt gedaan aan het nummer. Ondanks het enorme gemis van zijn stem. Recent brengt Cohen You Want It Darker uit. Een plaat die veel lof oplevert. Waarop hij zich bewust is van het naderende einde. Hineni, Hineni. I’m ready My Lord.