Op een vrijdagavond in het najaar van 1995 lees ik de recensies van nieuwe platen in de OOR. Tussen de stortvloed van nieuwe releases valt er een in het bijzonder op. Heartworm van Whipping Boy. Ondanks het feit dat ik nog nooit van de band heb gehoord, blijkt uit de tekst dat dit weleens een heel mooi album zou kunnen zijn. Ik neem me voor om deze band in de gaten te houden. Amper drie weken later zie ik in de TV-gids dat Jools Holland in zijn muziekprogramma aandacht zal besteden aan Whipping Boy. Ik besluit om het programma op te nemen. Terwijl ik ’s morgens de uitzending bekijk, zit ik al snel op het puntje van mijn stoel. Deze Ierse band blijkt het aangename van de donkere jaren tachtig te combineren met arrangementen die soms wel iets weg hebben van The Blue Nile, maar dan minder abstract en minder elektronisch. Subtiele akkoorden op gitaar worden hier en daar ondersteund door keyboards en strijkers. Bij tijd en wijlen zwellen de gitaren aan tot schurende muren van geluid, waardoor de composities van extra dynamiek worden voorzien. Doorrookte vocalen maken de ervaring compleet. Whipping Boy speelt slechts twee nummers, maar ze maken een overdonderende indruk. Nog geen uur later ben ik onderweg naar de platenzaak om Heartworm te kopen. Thuis worden de hooggespannen verwachtingen waargemaakt. De plaat staat vol juweeltjes. Nummers als Twinkle, A Natural en Personality illustreren dit treffend. De donkere stem van Fearghal McKee intrigeert me en sommige teksten komen meteen bij me binnen. Het album blijft een onontdekt pareltje voor velen. Na deze release onderneemt de band nog diverse pogingen om zich in the picture te spelen. Ze halen echter nooit meer het niveau van de nummers op Heartworm.