In 2013 maak ik voor het eerst kennis met Still Corners. Tijdens Leffingeleuren. Ze hebben dan net hun tweede plaat Strange Pleasures uitgebracht. Terwijl op het grote podium de wat bekendere namen spelen, breng ik de meeste tijd door in zaal De Zwerver. Daar wordt namelijk een soort Best Kept Secret festival georganiseerd. Na het optreden spreek ik Tessa Murray en Greg Hughes bij de merchandise en koop ik hun eerste twee platen. De jaren erna verlies ik ze wat uit het oog. Recentelijk verschijnt de band weer op mijn radar. Dankzij The Last Exit. Een plaat die vorig jaar is uitgebracht. Na de release van de singles The Last Exit, Crying en White Sands. Een voorproefje illustrerend dat Still Corners zich nog steeds begeeft in het landschap van de Dream Pop. Daar is nu een vleugje Americana aan toegevoegd. Het zorgt voor een aangename combinatie. De drie eerder genoemde singles openen het album. White Sands vat in vijf minuten de rode draad samen. Een roadtrip over verlaten snelwegen. Na een gestrande relatie. Subtiel de verbinding leggend met het thema van The Trip, dat tot een van hun meest bekende nummers behoort. Daarna wordt er iets gas teruggenomen. A Kiss Before Dying refereert vervolgens schaamteloos aan de muziek van Chris Isaak, maar blijft toch nog net aan de goede kant van de streep. It’s Voodoo is de enige uitglijder op de plaat. Een oppervlakkig niemendalletje, dat geen recht doet aan de rest van de muziek. Los daarvan is The Last Exit opnieuw een fraai album van Still Corners, waarop ze laten horen dat ze zich met iedere release nog steeds weten te vernieuwen.