Gisteren is Evangelos Odysseas Papathanassiou overleden. Beter bekend als Vangelis. Innovator van de elektronische muziek en componist van vele soundtracks. Hij wordt in eerste instantie bekend als toetsenist in Aphrodite’s Child. Na het uiteenvallen van deze band gaat Vangelis zich steeds meer op de synthesizer richten. Dankzij zijn Yamaha CS80 weet hij een uniek geluid toe te voegen aan de elektronika, waardoor je in de melodielijnen vaak meteen hoort dat hij achter de toetsen zit. Spiral uit 1977 is voor mij de eerste kennismaking met zijn muziek. Nog ruim voordat Dervish D en To The Unknown Man tot vervelens toe worden misbruikt voor tunes van TV-programma’s en als achtergrondmuziek bij documentaires. Met platen als China en Soil Festivities blijft hij me boeien, waarbij ik ook een duik in het verleden neem en Earth, Apocalypse Des Animaux en Heaven and Hell ontdek. Ook de latere wat meer avantgardistische albums Invisible Connections en Beaubourg bevallen me. Als componist van filmmuziek is Blade Runner een klassieker in het genre. Antarctica behoort zelfs tot de buitencategorie. In de loop der jaren weet hij me ook diverse keren kwijt te raken. Oceanic en Voices stellen teleur. Tevens kunnen Conquest of Paradise en The City niet tippen aan zijn eerdere werk. Desondanks blijf ik hem in de gaten houden en weet hij me met releases als Greco en het vorig jaar uitgebrachte Juno To Jupiter steeds weer aangenaam te verrassen. Ook zijn uitstapjes met Jon Anderson van Yes zijn de moeite waard. Short Stories mag eigenlijk in geen enkele muziekverzameling van liefhebbers van Vangelis ontbreken. Hetzelfde geldt voor zijn samenwerking met Irene Papas. Evangelos laat een divers oeuvre na, waar ik vanavond met veel genoegen weer eens in ga duiken.